Je hebt je doel weer gesteld, een planning gemaakt en de event-countdown ingesteld. Enthousiast en vol vertrouwen begin je aan je voorbereidingen en start je met de trainingen. Je investeert in wat nieuw materiaal of je verwent jezelf zelfs met een nieuw fiets. Maar met die geplande uitdaging ontstaat ook de vraag of je verzet wel toereikend genoeg is. Een goed getrainde fietser, die al een aardig fietsverleden heeft, kent zijn skills, weet hoe sterk hij is en wat hij nodig heeft. Maar ben je een beginnende fietser, die ook graag die grote cols wil bedwingen, dan moet je toch goed nadenken over hoe je je versnellingsratio gaat inrichten. Kies je voor dubbel, compact, semi-compact of een triple crankstel?
Techniek achter crankstel
We gaan even terug in de tijd. Vroeger reed men met een dubbel crankstel (twee kettingbladen) en was 42 je kleinste blad op je crankstel. De ontwikkelingen waren toen nog niet van dien aard dat je achter een 32 kroon kon steken. 11 kransjes achter bestond toen nog niet. Je moest toen, in vergelijking met nu, met een redelijk zwaar verzet de berg op en je cadans aanpassen aan het stijgingspercentage van de berg. Een dubbel crankstel in combinatie met een smalle trapas is een ideale anatomische setup. Het evenaart je normale gang van lopen en je meest natuurlijke houding. De ruimte die je in rust tussen je voeten ziet, moet voor jou anatomisch gezien de meest renderende houding op je fiets zijn. Deze ruimte meet je van hart naar hart onder de bal van je linker- en rechtervoet, dit zou de meest ideale ruimte tussen het hart van je linker- en rechterpedaal zijn. In fietsjargon heet dit de zogenaamde Q-waarde. Echter met de grote toename voor de beoefening van de wielersport, moest men na gaan denken over de verzetten en kwam het triple crankstel (drie kettingbladen). Afgekeken van de mountainbike. De fabrikanten wilden voor iedereen het fietsen toegankelijk maken. De triple was de uitkomst om mensen prettiger de berg op te laten rijden. Je hebt een bepaald ritme nodig om lekker te kunnen rijden in een bepaalde versnelling. Bij steilere beklimmingen, komt dat gevoel bij een klassiek dubbel crankstel al snel in het gedrang. Met een triple heb je nog “over”. De fanatieke dubbel crankstel fietser met staalkabels in zijn bovenbenen noemde het al snel een ‘mietjes verzet’. Maar mietjes of niet, het triple crankstel heeft al veel mensen over de meeste cols heen geholpen.
Met de introductie van het compact crankstel zijn namelijk de nadelen van een triple crankstel weggepoetst.
Van triple naar compact crankstel
Waarom dan toch de introductie (2004) van een compact, twee kettingbladen crankstel? Eerst even uitleggen wat het verschil tussen een dubbel en compact is. Een “ouderwets” dubbel twee kettingbladen crankstel heeft een soort spiderarm, waarop de kettingbladen gemonteerd zitten. De diameter van een dubbel crankstel, waar de bladboutjes vastgezet worden, heeft een waarde van 130 of 135mm. De zogenaamde steek. Dit type crankstel herbergt 53 of 52 tanden buitenblad in combinatie met een 39 of 42 tanden binnenblad. Bij een compact crankstel is de diameter teruggebracht naar 110mm. Dit geeft de fabrikanten de mogelijkheid om kleinere voorbladen te monteren. Daarom zie je bij compact crankstellen 50 tanden buitenbladen in combinatie met een 34 of 36 tanden binnenblad. Het nieuwe semi-compact crankstel heeft dezelfde 110mm steek, maar dan met een 52 tanden buitenblad in combinatie met een 36 tanden binnenblad. Dit vind ik persoonlijk de meest ideale combi.
Weer terug naar de vraag. Om een triple crankstel op je fiets te kunnen plaatsen, is er meer ruimte nodig vanwege het extra derde kettingblad. De vorm van je achtervork is een vaste waarde en de benodigde extra ruimte werd gecreëerd door een langere trapas te monteren. Voor een lange tijd was dan ook het triple crankstel en vaste waarde in fietsland. Echter met het gebruik van een triple crankstel gaan de schakelprestaties achteruit en is de kettinglijn schuiner. Dit veroorzaakt extra wrijving en meer slijtage. Ook de belangrijke Q-waarde werd ermee om zeep geholpen. Vandaag de dag wordt er door de grote spelers op de markt dan ook nog maar nauwelijks een triple crankstel aangeboden. Met de introductie van het compact crankstel zijn namelijk de nadelen van een triple crankstel weggepoetst. Heb ik dan nog wel een klein genoeg verzet hoor ik je denken? Doordat fabrikanten het parallellogram en de kooi van de achterderailleur hebben aangepast, kan een cassette tot wel 32 of 34 tanden gemonteerd worden. Even een rekenvoorbeeldje. We nemen een standaard 10-speed cassette van 12-27, een triple crankstel (52-39-30) en een compact crankstel (50-34). We gebruiken de 12-27 cassette, omdat dit de meest gekozen cassette voor een triple crankstel is. Bij een triple crankstel is de lichtste versnelling 30-27. Je deelt 30 door 27 en vermenigvuldigt dit met je wielomtrek (2,096). Je afgelegde weg is dan 2 meter en 33 centimeter. Bij een compact is de lichtste versnelling 34-27. Je deelt 34 door 27 en vermenigvuldigt dit weer met de wielomtrek. Je afgelegde weg is dan 2 meter en 64 centimeter. Een 11,3% zwaarder dus. Met de huidige techniek kun je bij een compact crankstel tot 32 tanden gaan zonder dat er extra slijtage van je materiaal ontstaat. Dan krijg je 34 gedeeld door 32, maal 2,096 is 2 meter 23. Zoals je ziet is dit verzet weer lichter dan bij het triple voorbeeld. Je kunt dus zeggen dat een triple crankstel steeds meer buitenspel gezet wordt. Een compact crankstel is niet alleen lichter van gewicht, maar staat ook mooier op de fiets. Een minpunt van de compact crankstel is dat je in afdalingen met moeite kunt bij trappen.
Semi-compact crankstel
Echter, de keuze voor dubbel, compact of triple blijft heel persoonlijk. Wat voor persoon ben je? Ben je een souplesse fietser of een krachtbeest? Wat zijn je doelen en je uitdagingen? Uiteraard spelen de financiën ook een rol. Je fiets is makkelijker naar een compact omgebouwd dan naar een triple, daarvoor moeten simpelweg te veel componenten gewisseld worden. Met de huidige techniek en het mogelijke bereik adviseer ik een 52-36 semi-compact crankstel. Fiets je uitsluitend in Nederland met af en toe een uitstap naar de Limburgse heuvels of de Belgische Ardennen, kies dan voor een cassette 11-25. Ga je toch naar de Alpen reuzen, dan raad ik een 12-30 of 11-32 cassette aan. Veel succes!!
Abonneer je op onze updates en ontvang regelmatig tips over La Marmotte. Vul hieronder je naam en e-mailadres in en je ontvangt daarnaast ook direct het e-book “Marmotte van A tot Z”.
Roger Michielsen is een gepassioneerd wielertechnicus met 25 jaar ervaring in onderhoud en reparaties van racefietsen, mountainbikes en triathlon fietsen. Deze passie voor de wielersport past hij elke dag toe in zijn bedrijf Fix and Ride. Een bedrijf dat professionele, hoogwaardige en flexibele fietsservice levert. Zelf beoefent Roger de sport ook, weliswaar minder dan vroeger, maar nog altijd even fanatiek!
Contact:
Roger Michielsen
Stuur E-mail
013-5913766 of 06-49314439
Website: http://www.fixride.eu/
De belangrijkste reden voor afschaffing is dat de fabrikanten een te beperkte afzetmarkt hebben voor een triple. Langere steile beklimmingen rijd je beter – kettinglijn/meer schakelmogelijkheden- met een triple. Laat maar eens een onderzoek doen bij rijders met een derde blad voor en vraag of ze terug willen naar twee bladen.
Men heeft mij voorspeld dat je door een carbonpapieren fiets heen kan zakken als je (veel) meer weegt dan 80 kg
Daarom heb ik, gezien mijn gewicht, 97 kg, dat van mijn fiets, 15 kg,(en vooruit:, ook gezien mijn leeftijd, 60 jaar ) een triple met een kleinste versnelling van 22 – 36 nodig.
Ik heb ondertussen wel geleerd om heel erg goed en vrijwel eindeloos rond te kunnen draaien en nooit te gaan stampen of te gaan staan.
.
30 jaar geleden reed ik, ondanks,de grote stampersvoorbeelden Hinault en Lemond, al heel licht, met 30 – 28 Dat ging toen maar net, als ik met al dat gewicht de beginkilometers (11%) van de Alpe d’Hueze op moest.
Tip: Zorg voor klikschoenen waarop je goed kan lopen, dan kom je met een te zware versnelling ook altijd boven.
Als lid van het CCT hart en diabetespatienten doe ik alle jaren ook mee aan een uitdaging (Stelvio,mont Ventoux doen wij)gemiddeld zijn wij 65+
Dus neem ons de triple niet af ikzelf heb juist een nieuwe fiets gekocht met triple en tot 34 achteraan en met schijfremmen
Zo kan ik ook mee op de steile hellingen traag maar….ik geraak boven
En dat telt gezien onze leeftijd
Hallo Herman, ik ben ook op zoek naar een nieuwe fiets met een triple en schijfremmen maar lijkt nergens meer te koop. Welke fiets heeft u?
Mvg Pascal
Ik ben met jullie eens dat de beperking van triple door fabrikanten niet door iedereen toegejuicht wordt. En ja, uiteraard fiets het makkelijker naar boven. Technisch en anatomisch gezien zitten er wel wat haken en ogen aan. Echter is en blijft een heel persoonlijke keuze. Laten we voor diegene hopen dat het niet helemaal uit beeld verdwijnt!
Ik heb nu een triple 52-30 met een cassette tot 29. Daarmee rijd ik per omwenteling 2.16 m, toch nog kleiner dan.de 2.23 van het kleinste compact-alternatief. Daarmee reed ik – 66 jaar – vorig jaar de Mont Ventoux in 2 uur 3 minuten. Zoals Herman Vermoesen zegt: je geraakt boven, niet snel, maar wel min of meer op souplesse. En ik zou nog wel een tandje kleiner willen. Kortom, voor de ouder wordende recreatieveling is de triple een uitkomst. Of mikken de fabrikanten voor deze categorie wellicht op een stijgende verkoop van FemkevD-motortjes?.
Ik fiets met een mountainbike triple voor en Ultegra 10 speed achter. Dit voorjaar nieuwe carbon racefiets en toch alles laten overbouwen. Super combinatie. Al veel cols bedwongen, dit jaar Cingle 3x MontVentoux op 1 dag.
Alles op souplesse en eigenlijk altijd 2 tandjes achter over voor als het echt moeilijk wordt.
Ik heb de laatste jaren de Stelvio, Grossclockner gefietst, allemaal met een tripple. Ging grandioos. Heb dit jaar geprobeerd om de Grossclockner met m’n nieuwe fiets, cannondale compact, te overwinnen. Helaas niet gelukt, omdat ik op souplesse fiets en niet op kracht.
Mistte een paar tandjes kleiner. Gezien mijn leeftijd, bijna 63, is het voor mijn bottengestel, beter om op souplesse te fietsen dan op kracht.
Dus als ik een nieuwe racefiets weer zou kopen, dan met alle liefde een tripple.