Het duurt nog wel even voordat de wekker zal af gaan. Door het kleine vierkante raam zie ik de pikzwarte lucht over gaan in schemering. Op de rand van het bed zit ik in gedachte te ijsberen, want als ik het werkelijk zou doen betekende dat vermoeienis die mijn benen niet wilden voelen.
De handdruk
Ruim een jaar eerder was er die handdruk boven op de top van de Izoard.
We hadden net de laatste Tour de France col van El Pistolero meegemaakt.
Vol met euforie beklonken we met ons halfvol flesje Vittel het doel om La Marmotte Pyreneeën te gaan fietsen.
Die dag was machtig mooi en vol goede moed zou ik deze uitdaging aangaan.
Met zijn tweeën toeleven naar de finish.
“Wat doe ik in hemelsnaam hier?”
Buiten is het een symfonie van hanen gekraai.
We zitten in een huisje op de flanken van de Col de Spandelles.
Een oud Frans echtpaar geniet van hun pensioen samen met hun dierenparadijs.
Katten, kippen, de Haan en een hond die verdraaid veel weg heeft van Chiel Montagne.
Ook deze ochtend was het dus Op volle toeren met alle buurt hanen.
De vriendelijke man had een apart huisje gebouwd die hij verhuurde aan ieder die wilde.
Voor de 183 ste keer tel ik mijn repen en gelletjes na.
Ik hoor in de andere kamers geluid en het huis ontwaakt.
We zijn met 5 mannen en ieder heeft duidelijk zijn eigen doelstelling.
De één wil goud en de andere zilver. Weer 1 wil uitrijden en ik wil het liefst overleven.
Ik loop naar buiten om even lucht te happen.
Vanuit de tuin kun je weg staren richting de Aubisque.
Wat een geweldige klim was dat.
Op mijn verjaardag ben ik erop geweest en dat verhaal zal zeker nog verteld worden.
In mijzelf voel ik spanning. Ik voel twijfel opkomen.
Wat doe ik in hemelsnaam hier?
Voorbereiding?
In de laatste maanden had ik de fiets bijna niet beroerd.
Na de teleurstelling van de trois ballons die ik staakte voor de laatste klim ben ik de wei niet meer in geweest.
Het mentaal te zwak zijn om een tocht niet af te maken irriteerde mij.
Allerlei blessures spelen op en met die blessures ideale excuses.
Het plezier in het fietsen en de wil om te gaan verdwenen als sneeuw voor de zon.
Deze week speelde al weken door mijn hoofd en vooral als een steen in mijn maag.
De eerste dagen liepen voor geen meter.
Chagrijn en irritatie maakten zich meester.
Maar elke dag ging het beter.
Mijn grote vriend Anton die op het laatste moment meeging zorgde met zijn positieve benadering voor een geweldige impuls om het plezier te vinden.
Hij had zijn auto volgeladen met zijn halve keuken inhoud.
Van koffie automaat tot stoompan. Bedenk het maar en hij had het bij zich.
En eerlijk is eerlijk. Alles klopte gewoon die week voor hem.
En met hem voor mij dus ook.
Waar velen egoïstisch aan zichzelf denken heb ik genoten van nespresso en gestoomde rijst .
” Op mijn kamer kleed ik me als een B versie van Rambo om”
Gladde benen en behaarde kinnen.
Op mijn kamer kleed ik me als een B versie van Rambo om.
Sokken, broek, shirt, hartslagband.
Pfffff shirt uit, bretels omlaag en hartslagband om.
Alles mee en alle zakken goed vol.
De fiets is paraat en het onbijt is goed binnen gebleven.
Bij het verlaten van mijn kamer stel ik me voor hoe ik mij voel als ik hier weer kom vanavond.
Ben ik blij of ben ik moe? Heb ik pijn? Domme vraag. Natuurlijk heb ik pijn.
Bij de start krioelt het al van de kleine magere mannetjes en enkele vrouwtjes.
Het dames wielrennen is in dit gebied een stuk minder populair als in ons land.
Wij schreeuwen steen en been om meer aandacht voor de dames omdat wij als Nederland excelleren en daarom zou van Vleuten hetzelfde moeten krijgen als Mollema.
Hier is het meer een sport voor gladde benen en behaarde kinnen.
Al is het grote Movistar een dames team begonnen en zullen wellicht de castagnetten worden ingeruild voor klikpedalen.
Het startschot
Om mijn heen kijk ik en zoek in naar medebizons.
Ze zouden toch op moeten vallen zou je zeggen.
Ik snap best dat de Marmotte Pyrénées één van de gruwelijkste fietstochten is maar ik zal toch niet de enige malloot zijn die met 105 kilo de uitdaging aangaat?
Her en der zie ik wat uitgedijde fietspakjes verschijnen en plots voel ik me minder alleen.
Uit de luidspreker hoor ik het geluid van The Final Countdown waar ik Highway to Hell meer vind passen.
Het startschot word gegeven en de eersten mogen vertrekken.
Dit zijn veelal semiprofs en oud en stoute profs.
Zo won Raimundas Rumsas ooit in de Alpen Marmotte.
Goed getrainde amateurs en fanatieke fietsfanaten banen zich een weg naar voren.
Mijn metgezellen zijn gelijk weg en nadat Anton mij nog even een peptalk toe werpt verdwijnt ook hij in de massa.
De eerste kilometers tussen Argelès Gazost en Luz Saint Sauveur lopen glooiend tot vlak .
Een klein stukje is al aardig klimmen maar op zich lopen die eerste 20 km niet slecht.
Op dit stuk beweegt het peloton zich als een rups over de wegen .
Één lang lint van avonturiers op hun pelgrims tocht.
Het aantal fietsers om mij heen wordt al snel schaarser.
Dit is het achterveld waar iedereen zijn eigen gevecht heeft.
Geen groepjes die kop over kop kletteren om tijd te winnen. Geen zoektocht naar eremetaal.
Gewoon het simpele oerinstinct om te overleven.
De Vader aller bergen
Luz Saint Sauveur zou je ook de poort naar de Hel kunnen noemen.
Hier begint zoals men noemt, De Vader aller bergen.
Het is nog fris maar toch stop ik snel om mijn jack uit te doen en heel even stil te staan bij wat ik ga doen.
Na het doen van een schietgebedje vervolg ik mijn weg.
De week ervoor had ik een schema gemaakt van hoe laat ik waar boven moest komen.
Kijkend op de klok zie ik dat ik veel te voorzichtig ben gestart en het tempo zal omhoog moeten .
Het begin van papaberg is prima te doen.
Ik voel me perfect en durf soms zelfs te genieten.
Mijn been tempo gaat omhoog en ik zie de cadansmeter stijgen.
In de verte zie ik mede deelnemers steeds groter worden wat er op duid dat ik inloop.
En 1 voor 1 haal ik zowaar mensen in.
In gedachte probeer ik mij voor te stellen wat er in deze mensen om gaat.
Ik kom langs een jong meisje die waarschijnlijk bij de nieuwelingen rijdt en gedwongen wordt door haar vader om de Marmotte Pyreneeën te fietsen omdat hij weet wat goed is voor zo’n vrouwke.
Als ik haar passeer kijk ik haar aan.
Ze kijkt star naar voren, maar ik weet heus wel dat achter die dichte zonnebril het huilen haar nader staat als het lachen.
Ik passeer twee mannen waar 1 de tong op de schoenen heeft en de andere met speels gemak mee kan komen.
Met de harde werker voel ik me verbonden maar die andere irriteert mij.
Lekker populair gaan doen in ons achterveld.
Ik vergelijk hem met een brugpieper die wordt gepest op de Mavo en dan wijs gaat doen op de basisschool.
Waar ik net medelijden had met het meisje voel ik nu afgunst ten opzichte van deze kwal.
” Nu weet ik hoe Wubbo Ockels zich gevoeld moet hebben.”
Ik vermaak me prima met het bedenken van deze verhalen en voor je het weet verruilt het stadse beeld zich voor lang uitgestrekte Alpenweide of Pyreneenweide?
Wat een supergaaf uitzicht is het hier.
Terwijl ik mijn ogen langs de weide laat gaan besef ik me dat ver bovenin een weg loopt.
Kilometers verder kun je kijken en daar zie ik het middenstuk van de rups.
Mooi om te zien maar tegelijk weet ik ook hoe ver het is om de top te halen,
Steeds steiler en zwaarder voelt het aan.
Hou je cadans en blijf eten.
Geen 1 keer van de fiets af. En hou je tempo. Ik praat tegen mezelf.
Ben mijn eigen grootste fan.
Volgens mij, als je s’nachts bang bent en onder je bed kijkt dan zie je de Tourmalet…
Het is een monster.
Die laatste stukken naar de top. Zwaar en meedogenloos.
Aan mijn rechterkant zie ik een heuveltje aan de zijkant waar allemaal stenen liggen met een tekst of een foto.
Ook deze berg is het toneel van goede doelen waar mensen als eerbetoon zichzelf overtreffen .
Altijd bijzonder mooi om die verhalen te horen.
De top is niet zo ver meer en gelukkig hou ik de goede tret.
Wat er vandaag ook gebeuren mag, de Col du Tourmalet staat op mijn palmares.
Bij de bevoorrading staat nog een aardig groepje fietsers.
Sommige al helemaal stuk en andere kennen hun plek en fietsen op hun kunnen.
Mijn benen voelen nog goed en het moraal is top.
Volgens mijn bedachte schema zou ik 3 uur na start boven moeten zijn.
Vanaf daar heb ik 2 uur tot de top van de volgende.
Aangezien ik bij de start al een kwartier verloren had moest ik wel snel door.
18 km afdaling voor de kiezen.
Het gaat snel en de meter gaat dik over de 80 per uur.
Nu weet ik hoe Wubbo Ockels zich gevoeld moet hebben.
Als een raket vrat ik kilometer voor kilometer op in de afdaling.
Ik deed weer mee en het gevoel was goed.
Ou a les Hourqette?
Onder aan die afdaling ligt het stadje Sainte Marie de Campan.
Daar zou een streep liggen waar een tijdslimiet aan vast zat.
Nooit gezien, al stonden er wel de nodige verkeersmensen.
De weg naar berg 2 ging over lange valsplatte weg die onderdeel uitmaakte van de Col d’Aspin.
Een fijn tempo aanhouden en ik had nog 1,5 uur om de top te bereiken.
De eerste kilometers liepen over een lange weg met kleine percentages.
Over bordjes met 2 % en Aspin. In heel met verwardheid dacht ik dus dat ik een berg te ver was.
Dus ik terug naar een frans verkeers mannetje om de weg te vragen.
Ou a les Hourqette was mijn vraag. Blah blah blah a Droite was het antwoord.
Na dit boeiend gesprek was het de weg naar de Hourquette.
Eerst 9 km Aspin en dan naar rechts de Hourquette d’ancizan op.
De weg is niet heel steil als ik in de verte met een rot vaart een groep fietsers zie aan komen.
Als een roedel hongerige wolven jagen ze elkaar op.
Dit moest wel de kop van de wedstrijd zijn geweest.
Twee bergen liggen ze voor op mij.
Nu was het moment dat ik de winst wel uit mijn hoofd kon zetten.
De latere winnaar zou in zijn eentje de gehele concurrentie aan gort fietsen.
Ruim 8 minuten verschil of zo was de voorsprong van een Noorse viking.
Op Frans grondgebied sloeg hij toe net als Ragnar Lothbrok in de serie Vikings.
Nu staan de Noren ook wel bekent om hoge Vo2Max waarden.
Bjorn Daehlie was de hoogst gemeten atleet ooit.
Dus hoger als Indurain, Pantani, Armstrong en andere top wielrenners.
De weg naar rechts en de Hourquette de Ancizan gaat pas echt beginnen.
Het begin loopt langs een lange camping achtige route waar mensen gaan mountainbiken en familie picknicken.
Volgens vele voorgangers was dit een geweldige berg maar ik vond het meer iets weg hebben van de Posbank.
Nou is dat een geweldig gebied natuurlijk alleen was ik niet overtuigd.
De weg is wisselend in zwaarte.
Kilometer lekker en kilometer vies .
Hoe hoger ik klim hoe mooier het landschap wordt.
Niet van de gekke ravijnen maar meer uitgebreide weiden die de berg bekleden als een warme mantel.
Naast de weg zie ik een man voor pampus liggen.
Languit in het gras met waarschijnlijk de krampen tot achter de oorlellen.
Meedogenloos is zo’n daggie Marmotte.
Langzaam nader ik een man en vrouw gekleed in zelfde outfit.
De man praat met een mooi Vlaams accent zijn vrouw tegen de berg op.
Romantiek ten top. Liefde is…. Samen de Marmotte fietsen.
Ik passeer ze en vervolg mijn weg waar ik plots wordt verrast door een afdaling in de klim.
Altijd een cadeautje waar ik vol van geniet.
De laatste stukken gaan heerlijk en de top is zo bereikt.
Mijn schema is intact en op deze wijze ga ik de Marmotte Pyreneeën uitfietsen.
De bevoorrading is karig en waarschijnlijk helemaal leeg geplunderd.
Bakken met rozijnen en dadels liggen er nog.
Niet iets waar ik gelukkig van word.
Mijn zakken zitten nog vol met repen en gelletjes die ik secuur hebt uitgeteld.
Ook een paar stroopwafels die als lekkernij dienen voor de lekkere trek.
Dankbaar puls ik mijn wafel naar binnen en verheug mij al op weg naar beneden.
De Hourqette was voor mij onbekend maar nooit zal ik hem vergeten.
“Als een ware survival fan sla ik het andere been er omheen en zo hang ik op mijn kop.”
De afdaling….en de val
De kleding warm en grote plaat erop.
Deze afdaling loopt helemaal te gek.
Links en rechts haal ik mensen in.
Ik scheur langs het verliefde echtpaar uit Vlaanderen.
Menig spanjaard ziet alleen een streep op de weg.
Bochtig parcours wel in deze daling.
Goed insturen en op tijd remmen.
Ik heb dit jaar nog daallessen gehad van Aart Vierhouten.
Remmen voor de bocht en kijk waar je gaat.
Wat een geweldig gevoel van snelheid en vrijheid.
Links de bocht in en weer rechts de bocht in.
Je zou toch niet moeten denken dat je hier…….
Ik stop met denken want plots voel ik dat ik wegglij.
Met mijn schouder raak ik het asfalt en door de snelheid draai ik op mijn rug en glij ik door.
Van de weg, door het gras en over de zijkant val ik naar beneden.
De fiets blijf op de rand achter terwijl ik mijn weg vervolg door takken, struiken en langs bomen .
Wild grijp ik om mij heen om ook maar iets vast te pakken.
Mijn been sla ik om een boom stam heen en met een klap kom ik tot stilstand.
Als een ware survival fan sla ik het andere been er omheen en zo hang ik op mijn kop .
Ik hang en kijk recht het ravijn in.
Als mijn hartslag al niet hoog was dan was hier het toppunt.
Overal om mijn heen ligt proviand. Gelletjes, repen en bidonnen.
Mijn pols doet zeer en mijn been zit vol bloed.
Overal krassen maar nergens voel ik iets van een breuk.
Ik klauter naar boven en vermoed dat mijn Marmotte Pyreneeën erop zit.
Wonder boven wonder is mijn fiets niet helemaal kapot.
Scheve shifters en scheef stuur.
De banden zitten vol gras en takken maar bovenal doet hij het nog.
Mijn hart stond even stil maar mijn Apex Icarus loopt nog.
Na het verzamelen van al mijn spul en het maken van een selfie ga ik mijn weg vervolgen.
Dit verhaal kost mij een half uur tijd maar had mij zoveel meer kunnen kosten.
Met de schrik in de benen en het vertrouwen kwijt in de fiets gaat de afdaling nergens meer over.
De pols doet wat pijn, maar vooral de flow is weg.
Nu denk ik vooral aan de lange weg die er nog voor me ligt.
Het zal een lijdensweg worden en op tijd aankomen gaat niet meer lukken.
De Aspin komt eraan en de wanhoop vecht tegen de euforie.
De benen trappen maar mijn hoofd vecht zijn eigen strijd.
De film van de val speelt vaak . Het bloed sijpelt langs mijn kuit de schoen in.
Het is niet meer dan een schaafwond.
De wanhoop roept dat ik het niet ga halen.
Toch kan en mag ik niet stoppen.
Ik ben en zal nooit een stopper zijn.
De Aspin loopt op zich niet slecht.
Voor en achter mij rijden renners die constant op de zelfde afstand blijven.
Twee nederlanders hoor ik steen en been klagen met een overdreven hijgen waar ik gek van word.
Hijg dan in het ritme van mijn cadans. Dan lijkt het nog muziek.
Ik kom boven met een wat bleek gezicht.
Er staat een tafel dat ooit een bevoorrading moest voorstellen, maar nu meer een verzameling gebakken lucht.
Irritatie maakt zich meester over mij.
Sta ik hier verdomme te harken, ken ik de kruimels krijgen.
Ik draai me om en daar staat hij.
In een lichtflits zie ik een blauw oranje auto met dito vlag.
Op een campingstoel zie ik een man wachten op zijn laatste rekruten.
Tour de Vacance staat er op de vlag.
Hey dat ken ik denk ik en als mijn ogen de weg vinden naar tal van flessen cola sla ik mijn slag.
Robert is zijn naam weet ik en zonder aarzelen ben ik bereid tot smeekbede voor een glaasje zwart prikkelwater.
We herkennen elkaar en zonder probleem schenkt hij een glas vol.
Super sportief aangezien ik geen onderdeel uitmaak van zijn indrukwekkende arrangement.
Hier neem ik even de tijd om mijn fiets te prepareren en eindelijk wat van de schrik te bekomen.
Dit tafereel zal zich later nogmaals afspelen op het monster.
Het monster de Tourmalet lag er weer te brullen.
Het dalen gaat niet heel hard meer maar gelukkig voelt het allemaal een stuk zekerder.
Weer kom ik aan in Sainte Marie de Campan waar de zelfde weg terug zal gaan.
Uren geleden inmiddels en zoveel avontuur verder meld ik mij weer bij de Franse verkeersmannetjes.
Ik bevind me in een select groepje cyclosportievelingen dat nog dapper weerstand biedt tegen de ondergang.
De Tourmalet van deze kant is gemener dan welke klim ook.
Gustave Lapize noemde de bedenker van deze beklimming een moordenaar.
Zoveel strijd heeft deze berg al gegeven dat ik hier never nooit de handdoek mag gooien.
Toch word ik getest tot het uiterste.
Met een aantal mensen zitten we nog op deze berg.
Het is geen kilometers meer tellen, maar strepen op de weg.
Er komt een ambulance naast me rijden.
Een wonderschone mademoiselle vraagt of ze mijn been moet verzorgen.
Mijn antwoord is “Non, C’est belle pour le Photo”.
Weet ik veel wat het betekent, maar het klonk wel grappig.
Lachend rijden ze door en ik ben weer alleen met mijn gedachten.
“Waarom deed ik dit ook al weer? Waarom is dit in hemelsnaam leuk om te doen.”
Op de weg staan de namen van renners die een maand eerder de Tour bedwongen.
Onze Tom die Sky het vuur aan de schenen legde .
Het Movistar imperium dat collectie ten onderging aan de overmaat aan kopmensen.
Deze etappe was het Primoz die dmv een telemark landing de overwinning pakte.
Thomas won over deze berg de Tour de France 2018.
Hoeveel ik ook mijn best doe om de fik erin te houden, ik voel dat het kaarsje aan het doven is.
Niets om mij heen wijst erop dat ik met een georganiseerde tocht bezig ben.
Er komt een kudde schapen langs die door een felle hond naar binnen worden geleid.
De herder loopt er met zijn lange stok was sloom achteraan.
Waarom hebben die schapen zoveel verf op de kont. Is een likje niet voldoende.
En is het afwasbaar of niet?
Het houdt je wel bezig he.
Het is wel erg mooi hier. Wat een gaaf gebied om in te mogen fietsen.
Bahamontes, Ocana, Anquetil, Hinault, Van Impe, Zoetemelk, Armstrong, Indurain, Contador, Valverde en na vandaag PARDO hebben hier gefietst.
Bij die gedachte glunder ik en droom ik wat weg .
Uiteraard zijn het mijn benen die abrupt een einde maken aan deze illusie.
Door middel van pijnprikkels te versturen naar mijn hersenen weet ik weer waar ik sta.
Nog kilometers onder de top.
Wel is er over 1 kilometer La Mongie.
Een skioord dat zo bekend is van TV.
En de hele week vlakt op elke klim de weg af in een dorpje.
NIET La Mongie. Steiler dan dit wordt het niet meer.
Hier beslis ik even neer te ploffen om een gelletje rustig te verwerken.
Naast mij begroet ik een ezel. Serieus een wilde ezel.
Dus hier woont Don Quichote ?!
Nog 5 km naar de top waar ik als ik wil alleen nog maar hoef af te dalen naar het huisje.
Dan ga ik slapen en morgen naar huis.
De weg is steil , de weg is hier nog oh zo lang.
Ik kruip en ik ploeter.
Opgeven is geen optie, maar als het geen optie is waarom word ie benoemt?
Nee opgeven dat niet.
Ik wil dus ik kan!!!
Vastberaden ga ik de laatste 3 kilometer in.
In de verte zie ik het huisje op de top al liggen.
Daar moet ik heen en niet eerder.
De energie komt weer wat omzetten als ik denk aan de mensen die bij voorbaat roepen dat je iets niet kunt.
Ik denk aan de mensen die de ego boven het groepsbelang plaatsen.
Lekkere frisse irritatie dat werkt als benzine in een auto.
Nog 2km tot de finish.
Mijn telefoon in mijn achterzak blijft afgaan.
Vanuit het huisfront krijg ik een filmpje met een GroepsYell voor mij bedacht.
Anton die ver voor mij uit zijn eigen strijd heeft spreekt de legendarische woorden.
CARLOS JIJ BENT EEN BARRE MAN !
In de alpen was onze held Henk Lubberding die ons leerde dat je ook dikssap met een snufje zout in je bidon kan doen .
De held van de Pyreneeën is Eddy Planckaert .
De man die elke arbeider van de weg de naam meegeeft van DE BARRE MAN.
1 km en 9% roept het laatste bordje.
Nog even en ik heb alweer de Tourmalet beklommen.
Toch wel retegaaf hoor.
De laatste meters geniet ik ontzettend.
Robert staat er weer te wachten en bied mij nog een colaatje aan.
Bij het bord van de man en zijn fiets zie ik een zoon met de handen trots om zijn vader hangen.
Mama maakt een foto om dit moment voor altijd te koesteren.
Jaren later zullen ze onder de kerstboom met een glaasje Choco nog eens het avontuur van de Tourmalet herbeleven.
De klok op de garmin verteld mij niet alleen de tijd maar ook dat ik de Marmotte Pyreneen niet zal uitrijden.
Het is 18:15 en dat is precies de tijd die ik mocht hebben onderaan de laatste klim.
Voor mezelf probeer ik iets te vinden wat mijn gevoel omschreef.
Tuurlijk het gevoel van verlies want ik ga niet halen waar ik op de Izoard de hand voor schudde.
Opluchting omdat ik niet nu onderaan een ravijn lag te watertrappelen in mijn eigen bloed.
Trots omdat ik ondanks alle 4 bergen heb beklommen.
Weet ik veel.
Ik kleed me niet warm aan maar daal in een rustig tempo af.
Geen haast en neem de tijd om wat om me heen te kijken.
Wat is het toch een eer om hier op mijn stalen ros te mogen fietsen.
Toch steekt er iets dat ik niet helemaal kan plaatsen.
Wat ik nu aan het doen ben is opgeven.
WAT?!!!!! Dat dus nooit.
Stik in je medaille en certificaat ik ga die laatste klim op.
En fiets La Marmotte Pyreneeën uit op mijn eigen voorwaarde.
Luz Saint Sauveur is de plaats waar Luz Ardiden gaat starten.
Door het dorpje draai ik de weg in waar de laatste berg gaat starten.
Nog 1 bevoorrading waar ik water krijg.
Terwijl ik snel door wil fietsen staat er een raar bebaard mannetje wild met zijn armen te zwaaien.
Bij het zien van dit raar kaboutertje begint mijn prefrontale cortex kortsluiting te maken.
Denkt hij nou echt mij tegen te houden?
Hij wil mijn naamkaartje hebben.
Terwijl ik een medaille of certificaat krijg zie ik juist dat als leuk hebbedingetje voor mijn prestatie.
Uit zijn auto pakt hij een knijptang om het kaartje te bemachtigen.
Vol goede moed loopt hij mijn kant op om zijn actie te maken.
Maar nooit dat hij die gaat krijgen.
Ik begin in het Nederlands en vertel hem al snel vrij duidelijk in mijn Terminator meets Allo Allo engels dat hij bij aanraking van mijn naamkaartje een gratis vliegles kan verwachten.
Dit overtuigd blijkbaar en ik vervolg mijn weg met naamkaartje en al.
Fin Bien Al Bien!
Luz Ardiden kent geen genade en misschien is het een beetje karma voor kabouter Plop onder aan.
Waar de eerste paar momenten goed aanvoelden is het al snel een martelgang.
Vanaf boven zijn het massa’s fietsers die afdalen na het behaalde resultaat.
De aanmoedigingen vliegen om mijn oren. Net als de insecten trouwens.
Van het Franse Allez tot het Spaanse Vamos.
In de bocht zit een lange Spaanse man.
Hij lijkt wel de reïncarnatie van Miguel Indurain, maar dan wel diegene die bij Pamplona zijn fiets omsloeg en nooit meer terug kwam.
Zwaar vermoeid had hij waarschijnlijk mijn idee gehad, maar het nee schudden van zijn hoofd verraadde dat hij hier zijn eigen Pamplona gevonden heeft.
Wat er nu ook zal gebeuren, ik moet en zal boven komen.
De natuur speelt een spel met mij. In de lucht zie ik de zon weg zakken en zelfs in volle klim krijg ik het niet meer warm.
Temperaturen dalen drastisch en de schemer slaat in.
Ik besef dat dit een pittige missie gaat worden.
Geen licht op de fiets en alleen op een berg.
Als ik dan toch een rode lantaarn ben waar is die lamp dan?
Op de helft beslis ik een pauze in te lasten.
Ik voel niet en ik denk niet.
Wat ik denk vergeet ik weer omdat onthouden energie kost die ik niet meer heb.
Ik fiets op de wil te finishen en niets meer.
Een halve stroopkoek en een gelletje werk ik naar binnen.
Op mijn telefoon zoek ik op ClimbByBike het profiel van de berg op.
Die grafieken slaan dus echt helemaal nergens op.
Waar 6% staat is het 10 en waar 8 staat staat 11.
Terwijl ik daar de moed verzamel voor de eindstrijd hoor ik een auto wild toeteren.
Een blauw oranje auto van Tour De Vacance.
Als Manolo Saiz geeft Robert mij nog een laatste aanmoediging.
Nu niet meer stopppen maar in 1 ruk naar de top.
Het wordt met de meter donkerder.
Inmiddels vernikkel ik van de kou voel de stijfheid op komen.
Mijn kuit die de boom had opgevangen dreigt constant met een krampagne.
Naast de weg wordt ik vergezeld door een peloton grote witte koeien.
Verder is er niets. Helemaal niets.
De schemering gaat over in donker.
De laatste kilometer dient zich aan.
Nog een paar bochten en dan is het zover.
Nog een tigtal omwentelingen en de Marmotte is ten einde.
Ruim 13 uur geleden zat ik op mijn bed te ijsberen en nu fiets ik de grote parkeerplaats op van Luz Ardiden.
Dit was dus de plek waar ooit een finish was van La Marmotte Pyrénées.
Mannen en vrouwen kwamen hier boven en huilden van geluk en pijn .
Hier was er die Viking die alle anderen naar huis fietste.
Hier sta ik in mijn uppie om mij heen te kijken.
Alles is weg en niemand de applaus geeft.
Even neem ik de tijd en staar voor mij uit richting het pikkedonker.
Wat een dag was het vandaag.
De hele dag in een tocht van duizenden mensen en toch voel je je alleen.
Ik sta nu op een verlaten plek die ooit bruiste als een verse fles cola maar die nu de prik is verloren.
Maar wat kan eenzaamheid soms een heerlijk gevoel zijn.
Als je toch alleen dingen kan redden dan kan je toch de wereld aan.
Vol trots ga ik een pikdonkere afdaling in.
Een ervaring die ik echt nooit meer wil meemaken.
Als je ooit 7 kleuren tegelijk wil zien dan zaten die in mijn wielerbroek.
Mikken op de juiste weg en koeien ontwijken.
Onderaan de klim rijd ik recht op een fel schijnend licht.
Onderkoeld en total loss stuur ik de fiets richting het schijnsel.
Anton heeft me opgewacht en staat te filmen.
Aangekomen ontvang ik het applaus dat klinkt als het mooiste concert.
La Marmotte was een ervaring die zwaar was en meedogenloos.
La Marmotte kent geen medelijden en als je niet wilt knokken dan sloopt ie je .
La Marmotte is een roofdier grote dan de grote vijf.
La Marmotte geeft je klappen en je kiest zelf of je vaker op staat.
La Marmotte leidt je de weg alleen als je die echt wil.
La Marmotte ik haat je maar zal nooit stoppen van je te houden
Mijn naam is Carlos Pardo en ik ben De WIELERBIZON .
Ik ben finisher van La Marmotte Pyreneen niet omdat het kon maar omdat ik dat wilde
QUERER ES PODER ( A.Contador).
Abonneer je op onze updates en ontvang regelmatig tips over het fietsen van Granfondo’s. Vul hieronder je naam en e-mailadres in en je ontvangt daarnaast ook direct het e-book “Marmotte van A tot Z”.
Mijn naam is Carlos Pardo en als Wielerbizon loopt het stalen ros als een rode draad door mijn leven. Ik bedrijf , beleef en beschrijf de mooiste sport en de tofste hobby.
Tussen de Tour Down Under en de Ronde van Lombardije volg ik alle momenten die de profs ons laten beleven. Zelf ga ik graag op avontuur om de legendes te voelen die ooit zijn gecreerd door de arbeiders van de weg van vroeger en nu.
Geweldig, wat een schitterend verhaal. Diep respect voor je dat je toch bent doorgegaan en ook nog de Luz Ardiden bent opgegaan, helemaal alleen en met een lege bergtop in het vooruitzicht. En dan ook nog na te zijn gevallen. Wat een doorzettingsvermogen heb je dan. Daarmee verzet je bergen.
Carlos, man wat een mooi verhaal en avontuur en wat heb ik gigantisch veel respect voor je prestatie en doorzettingsvermogen. Hier kunnen nog veel mensen een voorbeeld aan nemen! Met zo’n val en eenzaamheid waarin je gefietst hebt zal menigeen opgeven en geeft aan hoe groot de wil was om de tocht uit te rijden. Respect!!! Ik wil dus het kan Fantastische instelling! Heb van je verhaal genoten omdat ik het me in je verplaatste en dat was geen prettige gedachte. Grootse prestatie ♂️